Назад к книге «Nantas» [Эмиль Золя]

Nantas

Эмиль Золя

Г‰mile Zola

Nantas

REALISTISCHE NOVELLE

I

Nantas bewoonde, sinds zijn aankomst te Parijs, een kamer op de derde verdieping van een huis in de rue de Lille, grenzende aan het prachtige gebouw van baron Danvilliers, lid van den Raad van State, die het huis in weelderigen ouden stijl had doen optrekken. Als Nantas zich voorover boog, kon hij een hoekje van den tuin van dit paleis zien. Reusachtige boomen verspreidden een aangenamen schaduw en hooger, over de groene kruinen, had hij het gezicht op de Seine, de TuileriГ«n, het Louvre, de reeks van kaden, een groot dakenveld en zelfs heel in de verte PГЁre-Lachaise.

’t Was een kleine zolderkamer, met een glazen pan als venster en Nantas had haar zoo eenvoudig mogelijk gemeubileerd met een bed, een tafel en een stoel. Hij had zich daar geïnstalleerd, omdat het goedkoopste hem het beste voorkwam, zoolang hij moest worstelen om een betrekking te vinden. En toch maakte het vuile behang, de zwarte zoldering, de ellende en naaktheid van dit kamertje, waar zelfs geen schoorsteen was, geen bedroevenden indruk op hem. Sedert hij sliep in het gezicht der Tuileriën en van het Louvre, vergeleek hij zich bij een generaal, die genoodzaakt was van een eenvoudigen boerenherberg aan den weg, zijn verblijfplaats te maken, terwijl zijn troepen gelegerd zijn om de rijke en machtige stad, die hij morgen stormenderhand hoopt in te nemen.

Nantas was de zoon van een metselaar te Marseille, en was aan het gymnasium aldaar zijn studiГ«n begonnen, daartoe gedreven door de trotsche teederheid zijner moeder die een heer van hem wilde maken. Toen zijn moeder gestorven was, had Nantas echter een betrekking moeten aanvaarden, waar hij twaalf jaren lang een leven van wanhopige eentonigheid had geleid. Wel twintig maal zou hij weggevlucht zijn als zijn plicht hem niet bevolen had te Marseille te blijven, tot hulp en steun van zijn vader, die door den val van een steiger invalide was geworden. Hij moest thans in de behoeften van hun beiden geheel voorzien. Op een avond thuis komende, vond hij den metselaar echter dood, zijn nog warm pijpje naast hem liggend. Drie dagen later verkocht hij wat er in het kleine huishouden nog van eenige waarde was en vertrok met twee honderd francs in den zak naar Parijs.

Van zijn moeder had Nantas een hardnekkige zucht naar grootheid en rijkdom geГ«rfd. Hij was een jongmensch, die spoedig tot iets besloot en zijn besluiten met ijzeren wil ten uitvoer bracht.

Toen hij nog jong was, had men iets bijzonders in hem meenen te zien. Dikwijls had men gelachen als hij uitriep: “Ik voel mij o, zoo sterk”, een uitdrukking die comisch werd als men hem aanzag het te kleine jasje uit den naad springende aan de schouders en waarvan de mouwen hem tot aan de polsen reikten.

Zoo zachtjes aan had hij een zekere vereering voor de kracht opgevat, slechts haar in het leven der menschen ziende, overtuigd dat de sterken altijd de overwinnaars zijn. Volgens Nantas was het slechts noodig te willen om te kunnen; de rest was bijzaak.

’s Zondags, als hij geheel alleen in de omstreken van Marseille wandelde, onder een verschroeiende zon, dan voelde hij een stroom in zich, die hem voortdurend voorwaarts joeg. Thuiskomende at hij met zijn verminkten vader wat aardappelen, zichzelf belovende later wel te zorgen, dat de maatschappij, waarin hij op zijn dertigsten jaar nog niets was hem wat beters zou geven. Het was geen gewoon verlangen, dat hem bezielde, geen zucht naar laag genot, het was alleen het gevoel van een verstand en een wil, die niet op hun plaats waren, maar bedaard en kalm de plaats zochten te bereiken, welke hun rechtens toekwam.

Nauwelijks betraden zijn voeten het plaveisel van Parijs of Nantas meende de hand maar voor ’t uitstrekken te hebben om een hem waardige betrekking te vinden. Den eersten dag reeds opende hij den strijd. Men had hem eenige aanbevelingsbrieven mede gegeven, welke hij zich haastte aan hun adres te bezorgen; ten overvloede klopte hij bij eenige landslieden aan, hopende op hun hulp e